De verschillende golfclubs

Je wilt een lekker balletje gaan slaan op de golfbaan maar je ziet de bomen door het bos niet meer met welke golfclub je nu eigenlijk moet slaan. Er is namelijk voor elke golfslag een andere club en dit is ook weer verschillend per persoon. Hieronder staan alle golfclubs omschreven en weet jij op de golfbaan precies welke club je moet gebruiken.

IJzers

Met ijzers zul je het vaakst spelen, deze zijn ook vaak genummerd vanaf 3 tot en met 9. IJzers worden zo genoemd omdat hun clubhoofd gemaakt is van metaal. Clubhoofden van ijzers zijn van voor naar achter dun en hebben groeven om een spin aan de golfbal te geven. 

IJzers hebben niet voor niks nummers op hun club staan, want met elke club sla je 10 tot 15 meter verder dan het volgende nummer. Dus met club 4 sla je 10-15 meter verder dan club 5 enzovoort. Het herkennen van welke ijzer je moet gebruiken, is een geval van leren. Maar als je weet dat je een bal ver moet slaan, dan neem je een lager nummer op je club.

Putters

Een putter gebruik je meestal alleen in de greenzone, de zone waar de hole zit. Een putter is de meeste gespecialiseerde golfclub en is in de meest uiteenlopende vormen en maten verkrijgbaar. Er is namelijk geen goede of slechte putter, omdat een putter bij jouw golfstijl moet passen. 

Alle putters zijn ontworpen om de bal soepel te laten rollen, daarom hebben ze maar een kleine hoeveelheid loft. Zodat de bal makkelijker de hole inrolt. Je hebt twee vormen putters, namelijk de blade putter en mallet putter. De blade is preciezer en de mallet is stabieler en makkelijk op te lijnen.

Wedges

Wedges zijn ontworpen voor korte shots, voor slagen uit het zand halen, chip shots en voor schoten dat de bal sterk stijgt en daalt. En bijna een kwart van alle schoten worden geslagen met een wedge, daarom is het ook een belangrijke club. Je hebt vier verschillende soorten wedges: een pitching wedge, gap wedge, sand wedge en lob wedge. 

Een pitching wedge wordt gebruikt voor korte slagen in de greenzone en langere chipshots. Een gap wedge wordt gebruikt om een ‘gat’ te overbruggen, dus een langere afstand. De sand wedge wordt gebruikt voor lastige ballen uit de bunker en de lob wedge wordt gebruikt om de golfbal hoger te laten gaan.