Dit zijn de verschillende niveaus in de paardensport

Als je meedoet aan wedstrijden dan moet je rekening houden met de verschillende niveaus waarmee wordt gewerkt in de paardensport. Zo ben je zoals bij bijna alle sporten is beginner en hoe beter je wordt hoe hoger je niveau. Bij de officiële paardensport moet  je een bepaald aantal punten halen voordat je kan doorstromen naar een hoger niveau. Hieronder lees je alles over de verschillende niveaus in de paardensport. 

Beginner

Als je net begint in de sport dan word je een beginner genoemd. Zo leer je eerst de basis met het stappen, draven en galopperen. Naast dat je die basis leert, leer je de bak een beetje kennen door voltes, gebroken lijnen, van hand veranderen en afwenden te leren. Als je al iets meer gevorderd bent, weet je alle regels en weet je waar je op moet letten bij het opzadelen en verzorgen van je paard of pony. Ook ken je nog wat meer oefeningen zoals de slangenvolte, op het goede been rijden, halthouden en galopperen. 

B, L1 en L2 niveau

De niveaus tijdens wedstrijden worden aangegeven met B, L1 en L2. B is het beginnersniveau. Hierbij moet je alle basisoefeningen kennen en je moet dit allemaal zelfstandig kunnen. Naast dat je alle basisoefeningen kent, kan je ook galopperen vanuit stap en je hebt de middengalop onder de knie. Tijdens een dressuurproef komen bijna alle basisoefeningen voorbij. Tijdens een B springproef zijn de hindernissen 1 meter hoog. 

Het volgende niveau is L1. Om L1 of L2 te rijden moet je gevorderd zijn. Zo kan je alles zelfstandig en je kent de bak uit je hoofd. De regels zijn hierbij strenger, zo moet je gelijk galopperen in de goede galop. Er wordt gelet op de teugels en hoe jij die in contact houdt met je paard. Bij het L-niveau springen zijn de hindernissen minimaal 1,20 meter hoog. Rij je op je eigen manege? Dan kan het dat de regels worden aangepast op jouw niveau.