Zijn deze vooroordelen over MMA echt waar?

MMA (mixed martial arts) is een combinatie van verschillende vechtdisciplines, zoals worstelen, kickboksen en jiu jitsu. In 1993 werd het eerste toernooi opgericht, ‘The Ultimate Fighter’ om te bepalen welke vechtdiscipline superieur zou zijn. Heel snel na dit toernooi kreeg MMA een slecht imago, maar klopt dat imago ook? Hieronder zie je een paar vooroordelen: 

1 Het is kooivechten zonder regels 

Alhoewel er in de eerdere jaren er weinig tot geen regels waren in MMA, is dat vandaag de dag wel anders. MMA organisaties als UFC, Bellator en ONEFC proberen door middel van meer regels de sport in een positief daglicht te zetten, en het een legitieme sport te maken. De scheidsrechters die ervoor zorgen dat deze regels worden nageleefd worden daarom ook niet uitgezocht door de organisaties zelf, maar door een aparte commissie. 

2 Het zijn ordinaire straatvechters, geen atleten

Dit vooroordeel komt vaak voor, maar is verre van de waarheid. De mannen en vrouwen die MMA beoefenen op professioneel niveau zijn dag en nacht met hun sport bezig. Ze denken na over hun voedsel, gezondheid en trainen vaak twee tot drie keer op een dag als ze toewerken naar een gevecht. Daarnaast hebben zij ook een heel team achter zich, die zorgen dat ze hun gewicht halen, dat ze geen blessures krijgen en fit zijn op de dag van het gevecht. 

3 Het is een levensgevaarlijke sport 

Ja, MMA is geen veilige sport. Met dunne handschoenen aan die nauwelijks beschermen tegen zelfs de kleinste stoten, is er altijd een kans op gevaarlijke blessures. Maar als we dit vergelijken met boksen, liegen de cijfers er niet om: een gemiddelde van 13 dodelijke slachtoffers in het boksen per jaar. CNN meldde dat tussen 1890 en 2011 het bizarre aantal van 1604 boksers zijn overleden. Bij MMA daarentegen zijn er maar zeven mensen in de geschiedenis van MMA omgekomen. 

Hoe dit kan? Simpel: als een bokser naar de grond gaat krijgt hij of zij 10 seconden van de scheidsrechter om weer overeind te komen en wellicht wel nog meer stoten te ontvangen die misschien wel eens teveel kunnen worden. Die regel hebben ze niet in mixed martial arts, waar de scheidsrechter heel zorgvuldig kijkt of een vechter zich nog intelligent aan het verdedigen is. Is dit niet het geval stapt de scheidsrechter er meteen tussen, zodat hij de veiligheid van de vechter kan garanderen.  

4 De vechters zijn gevaarlijke mensen

Het is begrijpelijk dat mannen als Conor McGregor en Brock Lesnar er met de tatoeages en grote mond vaak gevaarlijk lijken en dat die dan ook het meeste opkomen in zoekopdrachten over MMA. Toch is dit niet het geval voor elke vechter, het beste voorbeeld hiervan is Khabib Nurmagomedov. Geen tatoeages, geen grote mond of gekke dingen doen, maar een respectvolle man uit een klein dorp in Dagestan, Rusland. Een voorbeeld voor velen, zo geven veel mensen aan naar hem op te kijken als moslimvechter waar je vaak pas in het plaatje komt als je ook een show buiten het gevecht om kan geven.

Een andere vechter die langere tijd het boegbeeld van MMA is geweest, was Georges st-Pierre door zijn respectvolle en professionele houding. Georges droeg pakken, liet journalisten netjes uitpraten en wou praten met zijn vaardigheden. Deze twee bleken een voorbeeld voor toekomstige generaties te zijn, want steeds meer vechters hebben niet meer de behoefte om tegenstanders verbaal kapot te maken. 

De conclusie is dat sport altijd evalueert en zo ook de ooit zo barbaarse sport MMA. Het is een legitieme sport met een rijke geschiedenis en een veelbelovende toekomst. En waar andere sporten stilstaan qua verandering, is dit niet het geval bij MMA.