Jouw golfswing verbeteren

Elke golfer heeft zijn eigen manier om de ballen weg te slaan, wat ook wel de golfswing wordt genoemd. Deze swing bestaat uit drie delen: de back-swing, de down-swing en de doorzwaai. Als je naar verschillende golfers gaat kijken zie je waarschijnlijk allerlei variaties van verschillende golfswings. Heb jij de golfswing nog niet helemaal onder de knie? Met de onderstaande tips kun jij jouw golfswing verbeteren.

Tip 1: Een goede basishouding

De eerste stap om de golfswing te verbeteren is om een goede houding aan te nemen. De houding van jouw lichaam speelt namelijk een grote rol in hoe jij de bal wegslaat. Allereerst moeten de voeten stevig op de grond staan: als de voeten te dicht bij elkaar staan, sta je niet stabiel genoeg. Ook moeten ze natuurlijk niet te ver uit elkaar staan, want dan is de beweeglijkheid een stuk minder. Zet de voeten daarom neer op schouderbreedte en houd de knieën licht gebogen.

Tip 2: Ontspan

Het is belangrijk dat je ontspannen de bal wegslaat. De polsen en armen moeten losjes zijn, anders kun je niet hard genoeg de club swingen. De armen werken dan als een soort zweep waardoor de bal veel snelheid maakt.

Tip 3: Houd de eindstand vast

Veel golfers blijven in hun eindstand staan als ze de bal hebben weggeslagen. In deze houding kijken ze niet alleen waar de bal naartoe vliegt, maar dit draagt ook bij aan een goede swing. Probeer er dus voor te zorgen dat je stabiel op de voorste voet blijft staan, waarbij de heupen ver doorgedraaid zijn.

Tip 4: Positie van de bal

De balpositie vergt wat aandacht van je. Je kunt niet zomaar de bal neerleggen waar jij wilt, maar de sweetspot van een golfclub moet op dezelfde hoogte van de kleine golfbal komen. Dat is vier diameter. Ook hangt de balpositie af van het terrein waar jij op speelt. Speel je bijvoorbeeld in een heuvelachtig gebied dan is de balpositie anders dan bij een vlakke ligging.