Een bekend onderdeel van atletiek is springen, zoals verspringen en hoogspringen. Maar hoe doen al die sporters dat? De meeste sporters springen echt meters ver óf hoog: sommige sporters kunnen wel een sprong maken van talloze meters. Wil jij ook weten op welke manier jij het meest uit jouw sprong kunt halen? Hieronder geven we je wat tips om je op weg te helpen.
Basisvereisten voor het leren springen
Allereerst is het belangrijk om te beschikken over een aantal basisvaardigheden voordat je gaat leren springen. Zo moet je wel fit en flexibel zijn om een goede sprong te kunnen maken. Daarnaast is het ook goed om de techniek van het maken van de sprong onder controle te hebben. Zo moet je over een goede coördinatie beschikken, bijvoorbeeld weten op welk moment je het beste de sprong kan maken en wanneer je de voet van de grond moet laten komen. Natuurlijk komt ook de mentale focus en voorbereiding om de hoek kijken voordat je gaat leren springen.
Technieken voor het springen met atletiek
Voor zowel het verspringen als het hoogspringen bestaan technieken die je kunt toepassen.
Verspringen
Allereerst heb je het verspringen. Als je gaat verspringen, wil je zo ver mogelijk springen. Het is hierbij belangrijk om te letten op een aantal zaken. Zo moet je allereerst een goede startpositie aanhouden, waarbij je ook nadenkt met welke voet je gaat afzetten. En hoeveel stappen wil je zetten voordat je gaat springen? Ga vervolgens met volle vaart rennen en zet af met je afzetvoet. Zorg ervoor dat je je benen en armen recht voor je gestrekt houdt, zodat je de sprong langer maakt. Probeer voorzichtig te landen, waarbij je de knieën deels buigt.
Hoogspringen
Naast verspringen kun je in de atletiekwereld ook nog hoogspringen. In plaats van dat je een zo groot mogelijke sprong wil maken, wil je juist zo hoog mogelijk springen. Het is de bedoeling dat je over een lat moet zien te komen. De meeste mensen houden een bepaalde techniek aan om over de lat zien te komen. Deze techniek wordt ook wel de fosbury flop-techniek genoemd. Hierbij ga je met de rug naar de lat, de lat over. Deze techniek is het populairst bij het hoogspringen. Vervolgens is het de bedoeling om zachtjes te landen, waarbij je jezelf op de rug laat vallen.
Kracht- en conditietraining is erg belangrijk
Om te kunnen ver- of hoogspringen, is het erg belangrijk om te werken aan je kracht- en conditietraining. Zoals net al in de basisvereisten werd genoemd, is het belangrijk om fit te zijn. Maar daarnaast moet je ook een goede conditie en genoeg spierkracht hebben om de sprongen te kunnen uitvoeren. Je kunt bijvoorbeeld je benen trainen voor meer spierkracht om je beter te kunnen afzetten. Hier bestaan specifieke oefeningen voor, evenals oefeningen voor sprongkracht.
Naast krachttraining is cardio ook belangrijk. Je moet genoeg uithoudingsvermogen hebben om een sprint te trekken, voordat je een sprong kunt maken.
Juiste voeding en hydratatie
Atletiek is een sport waarbij conditie en krachttraining samenkomen. Om jouw lichaam voor te bereiden op het maken van de bovengenoemde sprongen, is het goed om jouw lichaam op de juiste manier te voeden en te hydrateren. Drink genoeg water, maar zorg er ook voor dat er onder andere genoeg eiwitten, vezels, gezonde vetten en koolhydraten binnenkomen in een verhouding die bij jouw lichaam en beweging past.
Veelgestelde vragen over springen in de atletieksport
Een goede aanloop, krachtige afzet en correcte landingspositie zijn essentieel voor maximale sprongafstand.
Ja, het is belangrijk om zowel kracht- en conditietraining als specifieke spronggerichte oefeningen te doen.
Plyometrische oefeningen, zoals sprongen en explosieve squats, kunnen helpen bij het ontwikkelen van sprongkracht.
Opwarmen, rekken, correct landen en luisteren naar je lichaam zijn belangrijk om blessures te voorkomen.
Beide zijn belangrijk, maar een goede techniek kan je helpen je sprongafstand te optimaliseren, zelfs als je niet de sterkste atleet bent.
Werk aan je snelheid, ritme en coördinatie tijdens de aanloop om je sprongafstand te vergroten.
Een goede landingspositie omvat een gecontroleerde landing met de juiste houding om letsel te voorkomen.
Het beoefenen van zowel hoogspringen als verspringen kan je helpen je algehele springvermogen te verbeteren.
Visualisatie, concentratieoefeningen en het ontwikkelen van een routine kunnen je mentale focus verbeteren.
Een ervaren coach kan je technische feedback geven, een trainingsprogramma op maat maken en je begeleiden naar betere resultaten.