Verschillende Amerikaanse sporten op een rijtje

Over de hele wereld wordt gesport. Ook in Nederland zijn er heel veel verschillende soorten sporten. Maar welke sporten komen eigenlijk allemaal vanuit Amerika in ons land? Hieronder lees je een paar sporten die Nederlanders hebben overgenomen van de Amerikanen.

American Football

In Amerika is Football niet meer weg te denken. In Amerika is ook de Super Bowl een van de grootste sportevenementen in het jaar. Het is namelijk de finale tussen de twee beste clubs van het jaar. Met de Super Bowl wordt beslist wie de beste Football kan spelen. 

American Football wordt gespeeld op een veld 110 meter bij 49 meter. Het doel van het spel is om de meeste punten te scoren. Dit kun je doen door met de bal naar de kant van de tegenstanders te rennen en aan de achterzijde de bal neer te leggen. Dit heet een touchdown en daar verdien je maar liefst zes punten mee. Als je ziet dat de tegenstander richting jouw kant rent, dan moet je proberen de tegenstander tegen te houden met je lichaam. Op deze manier moet je de meeste punten weten te veroveren.

Basketbal

Een andere bekende sport die uit de Amerikaanse cultuur komt, is de sport basketbal. Basketbal is een balsport. Je herkent de sport aan de oranje bal waarmee je de sport kunt uitoefenen. Het doel van het spel is dat je binnen een bepaalde tijd zoveel mogelijk punten scoort. Punten scoren kun je doen door de oranje bal in een basket te gooien. Ook je tegenstander wil dat maar al te graag. De kunst is dus om de bal weer af te pakken en jouw slag te slaan met je team. Wanneer je binnen de gespeelde minuten de meeste punten hebt gescoord, dan heb je de wedstrijd gewonnen.

Volleybal

Een typische sport met Amerikaanse roots is volleybal. Volleybal is een ingewikkelde sport met veel regels. Toch is het spelen ervan niet overbodig. Je moet snel zijn, goede balcontrole hebben met je handen en het spel begrijpen. Je staat tegenover je tegenstander met een net in het midden. Het doel van het spel is zorgen dat de bal bij de tegenstander op de grond terecht komt. Je mag maximaal drie keer de bal overspelen aan je eigen kant. 


Bij volleybal heb je allerlei posities, zo kun je spelverdeler zijn, passer-loper, middenspeler, diagonaal en libero. Een libero staat alleen in het achterveld te verdedigen. Een spelverdeler speelt vaak de tweede bal op voor een van de aanvallers. Op die manier kun je een punt scoren en een set binnenharken. In totaal speel je vier sets van 25 punten, tenzij het 2–2 staat, dan moet er een vijfde set gespeeld worden tot de vijftien punten.