Suppen, ook wel peddelsurfen genoemd, is een sport voor in het water. Sup staat voor ‘standing up paddling’. Je staat op een soort surfplank van ongeveer drie tot 4,5 meter. Als je begint met suppen is het vaak makkelijk om het eerst op je knieën te proberen. Dan zit je op je knieën met een peddel in je hand om vooruit te komen. Later als je meer ervaring hebt kan je proberen te gaan staan. Sommige mensen vinden het erg moeilijk om hun balans te vinden terwijl de ander binnen drie tellen rechtop staat.
Geschiedenis
Suppen is begonnen in de twintigste eeuw in Hawaii. Al duizende jaren stonden mensen op een bord met peddels, maar in 1990 moderniseerde Laird Hamilton het als een sport. 22 jaar later, in 2012, was het allereerste wereldkampioenschap peddelsurfen. Dit werd georganiseerd door de International Surfing Association.
De sup-boarden
De planken verschillen allemaal van grootte. Hoe wijder de plank, hoe meer stabiliteit je hebt. Deze borden worden ook wel gebruikt voor sup-yoga en om te vissen. Om jezelf vooruit te krijgen gebruik je een peddel. Als je naar links wil, peddel je aan de rechterkant en andersom. Voor de veiligheid zit je met een soort touw aan je enkel vast aan het bord, zo raak je hem nooit kwijt in het water. Je kan bijna overal wel suppen, op meren, door grachten, sloten en op zee. Door de golven is het op zee wel moeilijker.
Sup sporten
Naast gewoon suppen doen mensen ook aan sup-yoga. Hierbij doe je yoga-oefeningen op het bord in het water. Door het water moet je extra goed je balans zien te vinden tijdens de oefeningen. Naast yoga wordt er ook gevist op de borden. Hierbij gaan mensen met al hun spullen het bord op, zoeken een goede plek en gaan vissen.