Squash een soort tennis maar dan op een klein veld en je slaat tegen de muur aan. Je hebt er misschien wel een keer wat van gehoord of gezien, maar wat is squash eigenlijk? Je leest het hieronder.
Verschillende squashballen
Om te beginnen heb je bij squash verschillende soorten ballen. De ballen zijn verdeeld in de kleuren, blauw, rood, geel, en grijs. Als je begint met squashen dan is de blauwe bal hiervoor geschikt. Met de blauwe bal heb je langer de tijd om te reageren en dan heb je dus langer de tijd om te kijken hoe je de bal kan slaan. Ben je iets meer ervaren? Dan kan je door naar de rode bal. Met deze bal heb je net wat korter de tijd om te reageren. Later kan je met de gele bal en nog weer later met de bal met twee gele stippen.
Spelregels squash
Het veld bestaat niet alleen uit de grond maar je gebruikt ook de muren. Je speelt verschillende rondes. Allereerst bepaalt je racket wie er mag beginnen met behulp van het logo op de racket. Daarna begin je met serveren, als je dit doet moet je sowieso met een voet in het serveervak staan. Je mag zelf kiezen of je links of rechts begint. Je moet de bal tegen de voormuur aan slaan. Is dit gelukt? Dan mag de bal ook tegen de zijkanten aan geslagen worden. Als je niet serveert mag je overal staan, als je maar niet in de weg staat.
Als je elf punten hebt gehaald is de ronde voorbij en heeft diegene met elf punten gewonnen. Degene die als eerste drie rondes wint heeft het spel gewonnen. Stel dat het tien – tien staat dan moeten er uiteindelijk twee punten verschil komen.
